Deel 3 -  najaar 2023

Dinsdag 5 september - Oblik

  Bratica (Mne) - Oblik (Al) 49 km 🌬 ☀️ 29°C 

Als we gewapend met zonnebrillen in badkleding het strand van Saranda oplopen,  wacht ons een teleurstelling. Harde wind vormt een 30 cm hoge schurende band van opstuivend zand, die zeg maar alles op kuithoogte terroriseert. Geen lekker gevoel om daar te lopen en het ontneemt sowieso de animo om met een zitbeweging de billen of edele delen daar aan bloot te stellen. Het koude zeewater maakt de keuze nog eenvoudiger, wegwezen hier. Door het skippen van de strandstop schuift de rest van het program wat naar voren.

We tanken diesel en LPG en doen bij de Voli nog wat boodschappen. Prijspeil zeker NL-niveau. Dan zetten we koers naar de vlakbij gelegen Albanese grens, die tot onze verbazing uitermate soepel kan worden gepasseerd. De strikte controle die wij zes jaar geleden ervoeren is nu omgezet in nog geeneens aandacht voor onze paspoorten. We worden met een simpele handbeweging toegelaten.

Route naar de grens

Grenspost

Shqipëri staat er op een groot bord, de Albanese naam voor het land. Onmiddellijk borrelen jeugdherinneringen op aan één van de avonturenboeken van Karl May, 'Door het land der Skipetaren', waarvan het verhaal zich in deze regio afspeelt. Overigens was nog niet zo lang geleden in het nieuws dat de indianenreeks over Winnetou van deze 19e eeuwse schrijver mogelijk in de ban zou worden gedaan ivm racistische stereotypen. 

Een beetje in lijn met het opnieuw redigeren van de boeken van Roald Dahl, volkomen knots. De cancelcultuur slaat voor wat dat betreft een beetje te ver door. Afin, terug naar Albanië. De verandering van omgeving is opmerkelijk. Het is duidelijk allemaal wat minder welvarend en rondom huizen staan hoge muren met gesloten toegangshekken. In de bewegwijzering langs de weg zijn woorden doorspekt met trema's op klinkers.

We rijden richting Shkodër en zes kilometer daarvoor slaan we in Oblik af naar camping Australia. Het hobbelige smalle keienweggetje wat in het armzalig groen verdwijnt, werkt bepaald niet als een aanlokkelijk visitekaartje voor het kampeerterrein. Na een laatste bocht rijden we door de toegangspoort een mooi aangelegd groot veld op met wel 80 plekken. In het midden staat een groot restaurant omgeven door gedekte tafels op het gras. Het is gelegen aan de rivier de Buna met eigen strand.

Camping Australia N42.017683 O19.466348 €18,- p/n

Niet ver van de rivier zien we vrienden Erik en Riëtte al staan en we stellen onze camper daar in de hoek op. Vriendelijke eigenaar Leon komt ons gedag zeggen en legt het één en ander uit, inschrijven is niet nodig. We pakken de scooter om in Shkodër een simkaartje aan te schaffen en plaatselijk geld te tanken bij een ATM.

Rivier Buna

De omrekenkoers van de Lekh laat zich het makkelijkst weg te zetten als 100 voor € 1,-   Bij een shop van provider One kopen we een simkaart voor data. Voor een periode van 3 weken betalen we voor 100GB, 2900 Lekh oftewel € 29,-   Nu wordt uiterst voorzichtig van kaartje gewisseld. En ook hier werkt alles in een handomdraai. We drinken nog een cappuccino op een terrasje voor € 3,- , een schappelijk prijsje. Het centrum zelf heeft weinig om het lijf, we kachelen weer terug naar de camping.  Wij gaan een eenvoudige hap eten op één van de gedekte tafels in de buitenlucht. Dat smaakt uitstekend en spoelt goed weg met het aangerukte biertje. Dan zoeken we de rust van de camper op. In de verte klinkt de gebedsoproep van de muezzin, 'Allahoe Akbar.....'.

Woensdag 6 september - Oblik

Oblik  ☀️ 30°C 

Rond negenen ontbijten we gezamelijk op het veld aan een grote ronde tafel. We bestellen omelet met worstjes, brood met jam en feta en gesneden vers fruit. Het smaakt goed, maar de hoeveelheden zijn zo groot dat we het echt niet op krijgen. Later op de ochtend gaan we een scootertochtje maken.

Eerst een rit die ons langs het meer van Shkodër naar het toeristische vissersdorpje Shirokë brengt. Op één van de vele terrasjes daar drinken we een lekkere macchiato, wat wordt geserveerd met een glas koud water. Tot onze verbazing en die van andere terraszitters wandelt er op haar dooie akkertje een koe voorbij tussen terras en restaurant, hilariteit alom.

Dan gaan we verder. Het water van het grote meer vertoont verschillende tinten mooi blauw. En met de bergen op de achtergrond levert het een prachtig plaatje op. Niet ver van de grens met Montenegro houdt de weg gewoon op en draaien we om. 

Over een fietsbrug met rammelende balken over de Buna snijden we een stukje af om in Shkodër te geraken. Daar tuffen we eerst steil omhoog naar de ruïne van de Venetiaanse burcht Rozafa. Vanaf deze hoogte hebben wij een weids uitzicht over de stad en het daarachter gelegen meer. In het centrum van de stad eten we een hapje. We delen een pasta en een salade en drinken een koud biertje. Terug op de camping doen we het kalm aan. De avond valt al weer snel.

Shkodër

Donderdag 7 september - Bogë

Oblik - Bogë 55 km ⛅ 28°C

Langzaam rijden we omhoog de Noord-Albanese Alpen in, richting Theth, waar de weg stopt. Langzaam, niet omdat de weg steil is, dat valt reuze mee en ook niet omdat het een slecht wegdek heeft, het asfalt is vrijwel nieuw. Wel vanwege de krappe breedte, een camper met onze afmetingen past eigenlijk niet. En met zoveel tegemoetkomend dalend verkeer is het telkens echt passen en meten op deze smalle bochtige weg. Enkele malen is het centimeterwerk en kruip-sluip met wielen van de weg en camper vlak langs stenen muren. Absoluut klapstuk is de nadering van een grote Duitse camper. Voordat we het weten drijft achteropkomend verkeer ons naar een onmogelijke plek om elkaar te passeren. Met slechts een millimeter hier en daar, struiken schampend en minutenlang manoeuvreer-werk lukt het, pffff. Marjos vindt dit helemaal niks en kan dit hopeloze gehannes niet meer aanzien. Het doet ons besluiten niet door te rijden over een nog smaller wordende weg naar Theth, maar halverwege in Bogë te stoppen. Daar rijden we het terrein van camping Boga Alpine Resort op en regelen een overnachting en een taxi die ons morgen omhoogbrengt naar Theth.

Sloppenwijk

Vanochtend hebben we afscheid genomen van campingeigenaar Leon en voorlopig van vrienden Erik en Riëtte, die blijven nog een dagje. Rond tienen rijden we de poort uit en vangen de eerste kilometers wat regendruppels op de voorruit. De route voert door Shkodër heen en aan de andere zijde van de stad langs armoedige sloppen. Tentjes en hutjes, opgetrokken uit hout karton en doek worden omgeven door vuilnis en rommel. Ondanks dat ik denk dat hier Roma huizen, zouden het zo maar overblijfsels kunnen zijn van een eerder kamp voor bijvoorbeeld gevluchte Albanese Kosovaren.

Bunkers

Glorieus monument op rotonde

Een van de luxe hotels

In het vlakke gebied met steeds schaarser wordende bebouwing treffen we de eerste relikwieën aan van de kommunistische Hoxha-periode, een tiental kenmerkende ronde bunkertjes. Gedurende het strikt isolanistische bewind, die het land tot de bedelstaf bracht, zijn er wel 700.000 van gebouwd in Albanië, bizar. Op een rotonde passeren we een andere mijlpaal in de recente historie van het land. Een metershoog glorieus monument markeert de studentenprotesten van 1991 in Shkodër, vlak voor de val van het kommunisme. Na de dood van dictator Enver Hoxha in 1985 gleed het land steeds verder af naar een onbestuurbaar wetteloze en volstrekte anarchie. In het toch al armste land van Europa nam verdere armoede groteske vormen aan. Veel Albanezen hebben in die periode het land verlaten. Vlak voor Koplik zien we langs de weg wat megalomane complexen staan. Het zijn luxueuze hotels die volkomen detoneren in de omgeving.

Bij Koplik, niet meer dan een naam op de kaart, slaan we af naar de bergen, de Alpeti Skipetari zoals ze hier worden genoemd. In deze dunbevolkte contreien heersen nog altijd de familieclans met hun eigen eeuwenoude regels en mores, de Kanun. Zo zijn tradities als eer en bloedwraak uiterst actueel. Naar verluid zijn momenteel 15.000 families met elkaar in conflict, waarvan soms de oorzaak terug te voeren is op een gebeurtenis van voor de tweede wereldoorlog. Zelfs Enver Hoxha gelukte het niet een einde te maken aan dit soort praktijken. Wellicht dat toenemend toerisme en groei van welvaart wel een kentering teweegbrengen. 

In de middag lopen we van de camping naar het kerkje beneden. Het gehucht Bogë bestaat uit een paar verspreid liggende huizen, kerk en kerkhof en een 3-tal campings. Op het kerkhof staan grote pontificale grafzerken, veelal met een foto van de overledenen. Van onschuldig uitziende jongeren tot donkere en grimmig kijkende mannen en vrouwen met een trieste blik. We zijn in het land van Skipetaren.

Camping Boga Alpine N42.399763 O19.646876 € 17,50

Vrijdag 8 september - Gruemirë

Bogë - Gruemirë 43 km ☀️32°C

Noah, onze Albanese chauffeur uit Bogë stuurt achteloos de zware 4x4 Mercedes MLT met één hand draaiend door de volgende hairpin. Met zijn andere hand schakelt hij continue tussen Manual en Automaat. Hij kent de weg op zijn duimpje en scheldt vaak binnensmonds, als hij vindt dat een tegenligger onvoldoende van diens weghelft gebruik maakt. "Die zijn niet van hier, ze blokkeren de hele doorgang" zo schampert hij. Wij zijn wel blij met hem. Want eerlijk is eerlijk dit traject tussen Bogë en Theth was met onze camper geen pretje geweest. Smalle kronkelige weg omhoog en omlaag en met in de steile hairpins nauwelijks voldoende draairuimte voor grote voertuigen. De koppelingsplaten zouden het zwaar te verduren hebben gehad. Dan is de €50,- die we nu betalen voor zijn diensten de hele dag niet zo duur als we eerst dachten. Temeer omdat in acht moet worden genomen dat zelfs een ervaren chauffeur als Noah er ruim 1½ uur over doet om de 28 kilometer naar Theth te overbruggen. Geeft een idee van de moeilijkheidsgraad. Oké dan wel inclusief 2 stops van 5 minuten bij uitzichtpunten. Voor ons een wow-fotomomentje, voor hem het moment om een sigaretje weg te paffen 😄. 

We bereiken halverwege de rit de 1685 meter hoge pas Qafa Buni i Thorës. De soms fabelachtige uitzichten zijwaarts in de diepte worden niet gehinderd door vangrails of iets dergelijks, die zijn volledig afwezig 😁. In de wintertijd wordt deze doorgang vaak maandenlang geblokkeerd door meters hoge sneeuw en is Theth volledig geïsoleerd en op zichzelf aangewezen. Je kunt hier vandaan zelfs het Valbonë-dal zien. Grappig, vanuit Theth een wandeling van 7 uur, maar over de weg 260 kilometer! Talloze haarspeldbochten brengen ons bij Theth. Het gehucht bestaat uit een verzameling huizen, hotels, pensions en restaurants en ligt in een door een gletsjer uitgeslepen dal. Het wordt ook wel aangeduid als het vergeten dorp, vanwege zijn lastige bereikbaarheid en aan het eindpunt van wegen. Het is inmiddels een vermaard startpunt voor wandelaars die hiken door de prachtige omgeving. Een waterval op een uur hiken en de 'Blue-Eye'-poel op 3 uur loopafstand. 

Wij doen het met een kijkje bij het plaatselijke kerkje. Marjos is niet bij machte dit soort bergwandelingen bij deze temperatuur aan te kunnen. Bij een restaurant in het dorp eten we een heerlijke soep en gaan daarna op de terugweg. Er is weinig verkeer dus Noah kan de vaart erin zetten.

In een goed uur zijn we rond drieën terug bij de camper. Goed voorbeeld doet volgen denken wij en ook wij kunnen als we de camping verlaten goed doorrijden bergaf richting Skutari-meer. Onderaan passeren we in Marshej een grote gevangeniscomplex, waarvan de muren zijn voorzien van moralistische kreten. 

We rijden naar Kantina Mati een kleine biologische wijngaard, waar we gratis kunnen overnachten. Ook kunnen we meedoen aan een wijnproeverij en wijntour over het land en de wijnmakerij. Danjiela en Fatjon begroeten ons hartelijk en leggen ons van alles uit over het wijnbouw-avontuur wat ze zeven jaar geleden zijn gestart op de familiegrond. Die grond is op zichzelf al een verhaal. Tijdens de Hoxha-periode was alle grond genationaliseerd. Deze is nu weer illegaal in gebruik genomen, want echte gelegaliseerde teruggave van onroerend goed staat nog amper in de startblokken.. Wel is er instemming van de clanoudsten van het dorp volgens het oude Kanun-gebruik. Rond Shkodër was wijnbouw al 3500 jaar geleden aanwezig. Echter tijdens de 4 eeuwen durende Ottamaanse overheersing ging alle wijnbouw om geloofsredenen teloor. Nu wordt met behulp van buitenlandse deskundigheid op tal van plekken het maken van wijn weer opgestart. De 4 hectaren hier leveren momenteel 7500 à 8000 liter wijn per jaar op en verscheidene honderden liters Raki. De eeuwenoude Kalmatt-druif wordt voor een klein deel op vat gelagerd, maar het merendeel wordt direkt gebotteld als tafelwijn. Een klein stukje van de wijngaard is met de Merlotdruif beplant als nieuw experiment. 

CP Kantina Mani N42.152179 O19.509185 gratis met voorzieningen

Alle drie de wijntjes komen op tafel met wat plaatselijke kaas en worst. De wijn behoeft nog wat verdere expertise en aandacht in de verwerking, maar stevig is die wel. Ter afsluiting een glaasje Raki, mooi zacht van smaak. We praten wat met een jong Nederlands stel die met een huurauto hier op vakantie zijn. Ook een Zwitsers stel met camper doet mee aan de proeverij en blijft vannacht. 

Als de zon onder gaat lopen we terug naar de camper. Marjos voelt de wijn best wel stevig zitten. Vandaag liggen we op tijd in het mandje 😄.

Zaterdag 9 september - Vau i Dejës

Gruemirë - Vau i Dejës 49 km ☀️ 31°C

In een eruptie van opkomend zonlicht wandelt het schaap van wijnrank naar wijnrank en knabbelt intussen op zijn gemak de druiven van de trossen af. Dat wordt vast een lekker schapenboutje schiet het gniffelend door mijn hoofd. En als ik van Fatjon hoor dat de pluk van druiven vandaag begonnen is, zeg ik terloops dat ik één van de wijnplukkers al heb ontmoet, een wandelende wolbaal. Hij moet lachen en geeft aan dat het dier ook moet eten. Ik reken af voor de wijnproeverij (€ 30,-) en koop een fles Raki (€ 8,-), de wijn gaat niet mee. We bedanken hem voor de gastvrijheid en wensen hem succes met zijn onderneming. De zonnebrillen gaan op en 'On y va' . Gisterenavond hadden we nog contact met Erik en Riëtte. Het is hen wel gelukt een boot te boeken met de camper van Koman naar Fiërze. Met de ruim 3 uur durende boottocht bekort je en snij je een slecht deel van de route af om in Valbonë te geraken. Wij hebben ook onmiddellijk geboekt, dus rijden we vandaag naar de camping waar onze vrienden staan niet ver van Koman.

Na Shkodër rijden langs een weg met rommelige huisjes en een dito markt. In Vau i Dejës passeren we nog een Albanees triviaatje, een kathedraal gewijd aan Nënë Terezja, oftewel Moeder Teresa. Alhoewel in Skopje geboren was de heilig verklaarde non van Noord-Albanese katholieke komaf. Ondanks de talloze onderscheidingen (waaronder de Nobelprijs voor Vrede) die haar ten deel vielen voor haar missiewerk in India, zijn er inmiddels ook de nodige kritische kanttekeningen geplaatst. Maar dat is voer voor muggezifters, de Albanezen hebben daar geen boodschap aan, zij zetten haar op een voetstuk.

We slaan af de bush in en geraken van lieverlee op de weg langs het prachtige in de bergen gelegen Komani stuwmeer. Het ene mooie uitzicht wisselt zich voor een volgende spectaculaire view. 

Daar arriveren we op de aan de oever gelegen camping Agora Farmhouse. Op een fijn plekje direkt aan het meer zetten we de camper neer in de schaduw van een boom. In het glasheldere water krioelt het van de visjes, klein en net wat groter. Aalscholvers schieten als een torpedo door het water en jagen hele scholen vis op. Met als gevolg dat die massaal opspringen uit het water, een mooi gezicht. Een grijze en witte reiger glijden naar een oever om te profiteren van deze voedselrijke omgeving. We zien zelfs een ijsvogel voorbij vliegen, een mooie blauwe streep over het  water. Een paar campinggasten trotseren het steenkoude water en spartelen proestend rond. 

Camping Agora N 42.067443 O19.686057 € 13,-

De camping zelf maakt een verzorgde indruk en heeft goed sanitair. In het mooie restaurant gebruiken we op het buitenterras met vrienden Erik en Riëtte een prima menu en kletsen genoeglijk bij. De avond valt snel en er ontvouwt zich een magnifieke sterrenhemel boven ons.

Zondag 10 september - Valbonë

Vau i Dejës - Valbonë 62 km ☀️ 32°C

De omvang van de aardbevingsramp in Marokko wordt steeds duidelijker, verschrikkelijk voor die mensen daar. Het is ook naar om beelden van ravage voorbij te zien komen van gebieden waar we in het voorjaar nog zijn geweest. Onze zorgen zijn in dat opzicht onbetekenend maar wel hinderlijk. Bij ons gaat deze morgen eerst de boiler in storing en vervolgens ook de koelkast die op gas staat. De accu is in prima conditie en de LPG-tank is vrijwel vol. Als ik de bijna lege reserve gastank aansluit gaat alles weer draaien. Al snel is het probleem terug te voeren op het gedeelte met filter of secumotion met reduceerventiel van de LPG-aanvoer. Resetten van de secumotion en een ferme tik met de bahco leveren geen resultaat. Dan maar gaan kijken waar het euvel zit. 'Quel malheur' zegt mijn Franse buurman als ik uitleg dat ik een probleem heb met de gasaanvoer en biedt zijn hulp aan. Gezamelijk demonteren we filter en secumotion en komen tot de conclusie dat het laatste apparaat de boosdoener is. En niet reparabel. Ik bedank de behulpzame Fransoos voor zijn meedenk-werk en coöperatieve inbreng en sluit de bijna lege reservetank aan. We zullen snel op zoek moeten naar of een gastank of een mogelijkheid om de onze bij te vullen. Voorlopig zijn we dus aangewezen op overnachtingsplekken met elektra en als mogelijk een douche. 

Eerst maar naar Koman de vertrekplaats van de ferry. De route langs het water is prachtig, is kronkelig en stijgt en daalt. Doch wat het meest in de herinnering zal blijven hangen is de uiterst slechte conditie van het wegdek. Grote gaten, scheuren, enorme hobbels vertragen dermate dat we bijna 2 uur doen over 22 kilometer 🥴. Nog altijd ruim op tijd worden we vlak voor de ferry door een politieagent en slagboom opgewacht. Met een 'for boat, una minuta' wijst hij naar het naastgelegen parkeerterrein. Daar hebben zich al meer voertuigen in een lijdzaam wachtstand opgesteld, onder andere wat campers.

De agent moet hard werken in de hitte. Met gepassioneerde overtuigingskracht worden hardleerse automobilisten de doorgang belet. Zijn driftige pasjes en handgebaren hebben een groot filmisch 'Louis de Funès -gehalte. Het levert een vermakelijk schouwspel op. Eén van de laatste auto's die onverbiddelijk op de parkeerplaats wordt gebonjourd is een dikke gloednieuwe BMW X5 uit Kosovo. Vier breedgeschouderde mannen met dikke stierennekken en opgeschoren haar en te krappe zonnebrillen stappen uit en kijken gemelijk rond. Stenguns ontbreken maar ook dit stel zou zo in een film kunnen figureren als Kosovaarse mafiosi. Rond half een gebaart Oom agent dat alles mag gaan rijden en gooit de slagboom omhoog. Na 1 kilometer loopt de stoet auto's vast voor de tunnel die naast de stuwdam is gelegen. Met horten en stoten wordt deze hindernis gepasseerd. Op het eind van de tunnel betalen eerst de € 6,- tunneltax 🧐 en wordt vervolgens de camper zorgvuldig opgemeten. Overtocht inclusief camper bedraagt € 170,- , tis niet niks. Op de boot weiger ik de veel te krappe linkerstrook en hou voet bij stuk om op de ruimere middenstrook te gaan staan. En ik krijg mijn zin. Van het autodek klimmen we via trappen omhoog naar het passagiersgedeelte. De trossen worden losgegooid en we steken van wal.

Nu volgt een werkelijk schitterende tocht van ruim 3 uur over water wat omringd wordt door bergen, echt genieten. We vinden een zitplekje op het bovendek, vlak achter het Kosovaarse maffia-kwartet. Die tikken de bierflesjes al proostend tegen elkaar. Dat goede voorbeeld volgen wij, het koude biertje smaakt uitstekend. Rond 5-en arriveert de boot in Fiërze, wordt er wat onbeholpen aangemeerd en hobbelen alle voertuigen van de boot af.

Naar Valbonë is het nog zo'n 40 kilometer. Allengs wordt het landschap ruiger met grillige bergruggen. De laatste 20 kilometer loopt langs de prachtige bergrivier Lumi Valbonë. Het water heeft die mooie bergblauwe kleur en stroomt over grote keien omlaag. Soms zijn er mensen te zien die in de rivier verkoeling zoeken, het is vandaag dan ook best warm.

CP Jezerca N42.45277 O19.89437 €15,- incl elektra

Op een CP bij Guesthouse Jezerca slaan we ons bivak op en gaan op een klein veldje staan. 's Avonds eten we met Erik en Riëtte in het restaurant, dat meer weg heeft van een Oostenrijkse Après ski hut. De maaltijd bestaat uit gegrilde kip en lamsbout, met daarnaast een gegrilde groenteschotel en patat frites. Het smaakt allemaal perfect. Buiten is het inmiddels 12°C en koelt het nog verder af. De sterren schitteren als nooit te voren.

Maandag 11 september - Valbonë

Valbonë ☀️ 30°C

Zo dat was een fris nachtje met buiten 8°C. Het is nog knisperend koud als in de vroege ochtend op ons veld een oude afgetrapte Mitsubishi Pajero arriveert met een nog gammeler aftands aanhangwagenbakje. Daarin zitten 10 schapen opgepropt net als in het achtergedeelte van de Pajero, daar zitten er ook 10. Een paar potige sjofel geklede Albanezen stappen uit en worden begroet door de familie die de CP runt. De schapen worden één voor één uit de auto en aanhanger gepakt, gewogen en weinig zachtzinnig in een provisorische kraal gedreven. Eén van de rondlopende Albanezen bevestigt dat de schapen geslacht gaan worden, het vlees is voor het restaurant.  De eerste paar schapen ondergaan hun onvermijdelijk lot op een plekje bij een beek 30 meter verderop en het hele gebeuren is in nog geen half uur gepiept. Na een bak koffie zijn de volgenden dieren aan de beurt, het hele proces zal nog wel even duren.

Veel wandelaars van het guesthouse maken zich gereed om al dan niet met gidsen de omgeving te gaan verkennen. Wij gaan vandaag een scootertochtje maken door de fantastische omgeving. Eerst rijden we het laatste gedeelte naar waar de weg in Valbone ophoudt. Tussen de vele nieuwe hotels en pensions staan hier en daar nog wat oudere huizen met daarvoor de bekende ronde bunkertjes. Niet vreemd want tijdens het Hoxha-regime dacht men dat het gevaar ondermeer uit Joegoslavië kon komen en we zitten hier vlakbij de grens, overigens nu met Kosovo.

We keren om en rijden door het dal terug naar beneden richting een stad 25 kilometer verderop, waar we gisteren op de heenweg doorheen kwamen. Onderweg genieten we van al het fraais wat we zien en kunnen nu gemakkelijk stoppen bij mooie plekjes, vooral die langs de rivier. 

Af en toe koeien en paarden ontwijkend die overal los op de weg lopen komen we halverwege de middag aan in het stadje, Bajram Curri.aar gebruiken we een verlate lunch in een goed restaurant van een hotel. De spaghetti en grote pizza smaken heerlijk en worden weggespoeld met een fris biertje. Hier geen toeristenprijzen, we rekenen € 12,- af. Op de terugweg moet ons retroscootertje bergopwaarts goed zijn best doen en tegen de avond arriveren we weer bij de camper. 's Avonds borrelen we wat met Erik en Riëtte en geven we aan dat we morgen een wat grotere verplaatsing gaan maken. We gaan op jacht naar gas voor de camper, anders blijft het probleem boven ons hoofd hangen.