Maandag 20 maart - Azrou
Deel 9 voorjaar 2023
Ouaoumana - Azrou 158 kilometer ☀️ 24°C
Ha, dat uurtje tijdverschil doet 't 'm wel. Ik ben om 7 uur klaarwakker. Zeer goed geslapen ondanks de af en toe overwaaiende verkeersgeluiden van de naastliggende N8. Het wordt een zeer mooie dag, het zonnetje doet haar best aan een strakblauwe hemel 😎. Rond negenen verlaten we Tigminfatima, na gedag te hebben gezegd. Om vervolgens binnen 1 kilometer bij een mooi uitzichtpunt boven het stuwmeer een koffiestop te maken bij een espresso-auto. Fatima had alleen maar thee.
Stuwmeer El Hansali - stuwt de grote Er-Rbia (Rabiaa) rivier
Koffie-auto, mooi apparaat erin en heerlijke cappucino
Na de heerlijke cappuccino voor 2 x 6MAD gaat de zonnebril op. De route naar Khenifra houdt best op door al die bochten en hellingen en afdalingen. Maar we genieten volop! Rond half elf bereiken we die stad en Marjos gaat op pad om brood, groente en fruit in te slaan. Opvallend fenomeen is dat in de steden die we de laatste dagen tegenkomen, toegangswegen zijn met dit soort pontificale lantaarns.
Binnenkomst Khenifra met lantaarnpalen
We volgen daarna een veel kleinere route naar het cederwoud in de uitlopers van de Atlas. De eerste etappe is smal maar voorzien van goed asfalt, best belangrijk want we zijn gestaag aan het klimmen.
We nemen een afslag naar Source El Rabia, naar het noorden en doorkruisen wisselend cederbos en open hoogvlaktes, prachtig 🏞 . De spaarzame bevolking woont veelal in armzalige onderkomens van hout, plastic en stenen. Ze leven van hun schapen en geiten kuddes. In de wonderbaarlijk mooie omgeving met de strakblauwe hemel erboven, zijn overal op de vlaktes poeltjes water te zien.
We naderen de bron van de El Rabia van waaruit de langste rivier van Marokko ontspringt. Niet ver daarvoor verandert de weg letterlijk in een hotse-knots-geitenpad, met tussen de keien en geulen nauwelijks asfalt te bekennen.
Water overal genoeg hier, maar de bron en waterval bereiken gaat absoluut niet lukken. Een parkeerchaos, ongekend, en we hebben onderweg geen auto gezien 😯. We komen hier ooit nog wel eens in de buurt. De weg blijft nu in deplorabele staat en smal met rafelrandjes.
De scenery wordt zo mogelijk nog mooier, wat een omgeving! We duiken een cederhout in en voor ons op en langs de weg zitten tientallen berberapen, groot en klein. Ons gevaarte drukt hun nieuwsgierigheid wat naar de achtergrond en ze verdwijnen dan ook in de periferie van de bosrand. Voordat we Ain Leuh bereiken hebben we zo verschillende ontmoetingen met groepjes apen, tot zelfs aan de rand van bebouwing van dorpjes.
Over de bebouwing gesproken, afgezien van de berbergroepen op de hoogvlakten hebben veel dorpjes soms een onmiskenbaar Europees uiterlijk. Huizen met pangedekte schuine daken met grote raampartijen en ommuring. Zou uiteraard zo maar een erfenis kunnen zijn uit de Franse koloniale periode.
Na een lunch volgen we een binnenroute naar Azrou en doorkruisen dit naar het zich laat aanzien gezellige stadje. We installeren ons op een terras van Emirates Euro camping. Niet veel later komen twee reusachtige Duitse Phoenix alkoofcampers naast ons staan. Uit één daarvan stapt een man in casual CEO-kleding, niet onbegrijpelijk gezien het kostenplaatje van de camper. Wat dan weer opvalt is dat op de fraaie luxe campingtafel de wijn wordt geserveerd in.... plastic wijnglazen🤭. Morgen Azrou bekijken.
Emiraten Euro camping N33.44466 W5.19188 75 MAD
Dinsdag 21 maart - Azrou
Azrou Emiraten Euro camping ☀️ 22°C
We lopen te voet over het niet zo handig gemetselde natuurstenen pad het terras af naar beneden en bekijken toch wel met enige verbazing de aanleg van deze camping en bijbehorend hotelcomplex. Het terras van de camping is goed aangelegd, maar bijbehorend restaurant blijft dicht en de andere campingfaciliteiten staan toch wel enigszins te verpauperen. De immens grote stenen parkeerplaats beneden valt ook uit de toon. Het hotelcomplex zelf met buitenzwembad staat leeg en verval treedt langzaam in.
Het complex met zijn opvallende bouwstijl, een Arabisch fantasie-idee hoe een kasteel eruit moet zien, is door zijn omvang en groot Micky Mouse - gehalte volledig misplaatst in de omgeving. In de toegangspoort hangen plaquettes van de opdrachtgevers van de bouw, een aantal sjeiks uit de Emiraten. Naast een afbeelding deze sjeiks, een vervaarlijk uitziend trio, en een foto van de Marokkaanse koning, is er ook een aanbevelings-oorkonde van koning Juan Carlos. Tja, niet verwonderlijk, want die stond volgens mij op hun loonlijst 🤭.
We lopen verder langs het pompeuse hotel richting Azrou. Even verderop staat een moskee, die net zo min past in de omgeving en eveneens is gebouwd door de sjeiks, vermoed ik.
Ingang van het leegstaande hotel
We zijn op weg naar de wekelijkse souk aan de rand van de stad, een trippel van ongeveer 4 kilometer langs bloeiende kersenbomen. Halverwege komt het lawaai van de markt ons al bergopwaarts tegemoet.
Ook zien we talloze schapen die of hun weg vinden naar de markt of worden ingeladen in of bovenop auto's. De souk met een belangrijke regionale functie is dan ook een happening van jewelste. Op het grote terrein zo'n 1500 bij 500 meter krioelen duizenden mensen en dieren rond. In een hoek vindt de verhandeling van schapen en geiten plaats. Onmiskenbaar zijn de handjeklap-deals, waarbij dieren van eigenaar verwisselen.
Via een sluis komen we op het grote groente en fruitgedeelte, waar we zelf ook de nodige inkopen doen. Zo verdwijnt er een bloemkooltje en wat aardappelen in de rugzak. En ook de aardbeien zien er goed uit. Het laveren tussen kramen en mensen wordt nog meer bemoeilijkt door de volgeladen handkarren die soms plompverloren tegen je benen worden aangereden. Aan de rand van de souk zijn de huishoudelijke zaken te vinden. Van bling-bling theekannetjes tot matrassen en ijzerwaren. Tussendoor zijn er, bijna verborgen onder grote opstijgende rookwolken, eetstalletjes waar worstjes en gehakt gemengd met uien en kruiden gegrild worden. Het laatste stuk van de markt is snoepgoed, dadels, maar ook graan. In de straat die naar de stad leidt wordt kleding en schoeisel aan de man gebracht, al dan niet gebruikt.
We ploffen aan de stadsrand neer op een terras en bestellen koffie en puffen uit van het souk-geweld. Bij gebrek aan lege taxi's brengt een particulier ons met zijn auto naar het centrum van Azrou. Dat valt wat tegen. Bij de bakker kopen we brood en 2 milles-feuille gebakjes, zeg maar tompouces.
Met de grand-taxi rijden we terug naar de camping. Later in de middag zien we Kees en Trui binnenkomen 🙂, die een plekje naast ons vinden. Uiteraard wat bijgekletst onder het genot van een drankje. En op het menu vandaag, bloemkool met aardappelen en een gehaktballetje, njam njam. En na yoghurt met aardbeien 😋😋. Het feestje is compleet met koffie en een milles-feuille.
Woensdag 22 maart - Fez
Azrou - Fez 105 kilometer ⛅☀️ 25°C
Klop, klop. De gardien staat met het gratis verse brood voor de camperdeur, dat is pas service 👍. Ik pak twee baguettes en bedank de man vriendelijk. We rijden uitgezwaaid door Kees en Trui rond half tien de poort uit. Eerst maar via een klimmetje onderweg naar Ifrane, 15 kilometer verderop. Deze stad katapuleert je terug naar Europa. Het uiterst mondaine oord is volledig in Europese stijl opgetrokken met brede keurige lanen. Villawijken, fraaie hotelcomplexen en golfresorts bepalen in grote mate het beeld, dat we hier met een Marokkaans buitenbeentje hebben te maken. Zeker omdat aan de rand ook nog een door militairen bewaakte zomerresidentie van de koning ligt. Het geheim is de hoogte waarop Ifrane ligt, 1650 meter. Ruim voldoende om 's winters skiën nabij mogelijk te maken. Maar bovenal in trek als plek waar in de zomer enige verkoeling kan worden gevonden. De stad is een erfenis uit de Franse periode, waardoor ook meteen het uiterlijk is verklaard. Toen al, maar ook nu immens populair bij het welgestelde establishment van Marokko en verwende toerist.
Na een nos-nos zetten we koers naar Sefrou, een onbekend pareltje en zelfs ouder dan het nabijgelegen Fez. Het heeft een kleine zeer oude ommuurde medina. We wandelen via de Bab Imkam de Medina in. De smalle kronkelende steegjes met weerszijden kraampjes en nerinkjes vol mensen bieden een authentieke blik op hoe het leven zich hier al eeuwen afspeelt.
Natuurlijk worden her en der wat nieuwe spulletjes aan de man gebracht. Maar de kern, zoals barbiers, kleermakers, sierradenverkopers, slagerijen, smederij, groente en fruit zijn er nog altijd. Mensen doen momenteel driftig inkopen, want morgen gaat de Ramadan van start.
En ook eetstalletjes die tussen het straatgewoel te vinden zijn doen nu nog goede zaken. We zitten een tijdje bij een cafeetje voor de deur en bekijken met genoegen het straattafereel, wat voor onze neus voorbij schuift, tis zo leuk! Geen toerist overigens hier te bekennen, we worden aangekeken of we aliens zijn en van een andere planeet komen, 🤭.
Na wat omzwervingen komen we bij onze geparkeerde camper. We draaien de contactsleutel om voor het laatste ritje naar Fez. Op camping Diamant Vert vinden we een schaduwrijk plekje, de temperatuur is best opgelopen. Klopt ook Fez ligt met 480 meter een stuk lager. Voor de rest van de dag gaan de voetjes omhoog, in de spaarstand. Morgen de oude Medina in.
Donderdag 23 maart - Fez
Fez Camping Diamant Vert ☀️ 26°C
Driehonderd meter buiten de campingpoort houden we een petit-taxi met een passagiere aan op de drukke rondweg. We maken een deal met de chauffeur, voor 30MAD brengt hij ons naar de Bab Bou Jeloud en nestelen ons op de nog twee vrije zitplekken. Over de ruim 11 kilometer doet hij minstens drie kwartier, onderwijl diverse passagiers droppend en oppikkend. Hij roeit zich bekwaam door het steeds drukker wordende verkeer, petje af. Voor de markante toegangspoort drinken we eerst een kop koffie. Het is een komen en gaan van busjes die toeristen hier afzetten, al dan of niet met gids. Niet verwonderlijk. De Unesco Medina van Fez is de grootste ter wereld en ook een van de oudste.
Bab Bou Jeloud
De plattegrond van de uit 3300 steegjes bestaande ommuurde stad, gebouwd vanaf 789, is sinds haar ruim 1200-jarig bestaan nauwelijks gewijzigd. En ondanks de duizenden toeristen ook de woonplek van nog steeds ruim 150.000 mensen, de echte Fassis. Nippend aan onze nos-nos observeren en becommentariëren we onderling met enig leedvermaak de nogal ridicule taferelen van de bekende overdreven, semi-nonchalante of soms ronduit ongemakkelijke fotografische poses en selfies van toeristen die zich voor de Bab afspelen. Het is nog vroeg als we de Medina betreden en zie toch onmiddellijk weer wat herkenningspunten van ons bezoek 12 jaar geleden. Nog steeds zit daar dat terrasje van het restaurant waar de twee hoofdstegen omlaag zich splitsen, grappig.
Na een goede 100 meter vinden we de 14e eeuwse Medersah Bou Inania. We betreden na betalen van 20MAD pp de koranschool en bewonderen de magnifieke merenidische bouwstijl van gesneden pleisterwerk en cederhout. Aan de straatzijde is het beroemde water-uurwerk helaas niet intact, dat wordt gerestaureerd.
Het is nog heerlijk rustig op de vroege ochtend, veel winkeltjes zijn nog dicht. Heeft ook te maken met de start van Ramadan vandaag, de traditionele vastenperiode, veel verkopers zitten er wat gelaten bij. En wanneer het toch opdringerig wordt helpt het als je blijft glimlachen en vriendelijk hun vasthoudendheid pareert. We dalen steeds dieper de Medina in, waar talloze smalle mysterieuze steegjes de hoofdroute doorkruisen. In een daarvan vinden we een doorgang naar een plek waar honing en boter wordt verkocht. In een van de zaakjes laat de oude verkoper ons de cactushoning (miel d'euphorbe) proeven die een lichte bite nalaat in de keel. Schijnt zeer goed te werken bij keelontseking. Super lekker en we kopen een potje van het kostbare spul.
Na nog maar weer is wat koffie op een terrasje en wat winkels, vinden we via een kruip-sluip steegje de weg naar de tannerie, de 11e eeuwse leerlooierij. Toegang en uitzicht van bovenaf verloopt via één van de lederwaren zaken die de stinkende het open produktieterrein omgeven. Met een munttakje onder de neus bereiken we na wat trappen het terras en bekijken daar de zware ongezonde werkomstandigheden beneden ons. In talloze looi- en kleurbakken zwoegen arbeiders, een proces wat eigenlijk in al die eeuwen onveranderd is.
In de lederwinkels vinden we niets van onze gading en met een shokran en verontschuldiging staan we weer buiten. Weer verderop botsen we op de ingang van het mausoleum van Moulay Idriss I, de stichter van de stad Fez, alleen toegankelijk voor moslims.
We gaan op zoek naar een Bab, een poort, die ons uit de Medina brengt. Omstanders wijzen ons een route die dwars door de verkoop zoete hapjes heenloopt. Het is ongelooflijk druk hier. De kleine zoete honingdeeghapjes zijn zeer in trek vanwege de Ramadan. Ze worden na zonsondergang na de harira-soep gegeten. Kilo's tegelijk vliegen over de toonbank. Ook wij kopen in ons enthousiasme ruim een halve kilo 🤔🤭 (14MAD) en proppen het plakkerige bakje in onze rugzak. Bij de uitgang de Bab Rcif eten, matige kwaliteit, en drinken we wat.
Daarna brengt een petit-taxi ad 40 MAD ons terug naar de camping. Kees en Trui zijn al gearriveerd en staan een stuk verderop. Om ons heen is een Duitse campergroepsreis als een soort kolonie om ons neergestreken en heeft ons volledig ingebouwd. We ploffen neer en doen de rest van de dag kalm aan.
Ingepakt tussen een Duitse groepsreis
Vrijdag 24 maart - Fez
Fez Camping Diamant Vert ☀️ 28°C
In het ochtendgloren klinkt de gebedsoproep vanaf de nabijgelegen minaret helder over de omgeving. Het luidt het tijdstip van vasten in, het is de tweede dag van Ramadan. En wij horen het ook duidelijk. Tja vroeg naar bed, vroeg op. Moeiteloos houden wij onze biologische klok in stand door ons niets aan te trekken van feitelijke Marokkaanse tijd. Na dit weekend wordt het tijdsverschil met Europa zelfs 2 uur, als daar de zomertijd ingaat en we willen met die tijd in de pas blijven lopen.
Al met al zijn we weer vroeg op pad. Bij de Bab Jeloud duiken we na een koffie de Medina in. Vandaag is het vrijdag, de heilige dag en ook nog Ramadan. Vrijwel alles gesloten op dit moment en ook nog geen toeristen. We hobbelen de Talaa Seghira af naar beneden en bezoeken eerst het Nejjarine museum of Wooden Arts & Crafts. Erg leuk en interessant om allerlei houten gebruiks- en siervoorwerpen te zien, die een functie vervulden in het dagelijks leven van de afgelopen eeuwen.
Van bruidkisten en poorten tot houten tabletten met wetteksten. En van sierraden en muziekinstrumenten tot gereedschap. Eigenlijk nog mooier is de behuizing van al deze spullen, een gerestaureerde Funduq. Het eeuwenoude gebouw diende om karavaanhandelaren (caravanserai) onderdak te bieden. Voor hun goederen was er in vertrekken opslag beneden rond de binnenplaats, en logies werd verkregen in de kamers daarboven gelegen. Het gebouw bezit nog steeds die saillante oosterse sfeer en allure van die tijd, erg mooi. Het dakterras biedt een fraaiuitzicht over de daken van de Medina, maar zit vol met Italianen, dus op naar het volgende.
Door de nauwe steegjes waarin steeds meer winkeltjes opengaan, komen we bij de Medersa-el-Attarine. Deze vroeg 14e eeuwse koranschool in het hart van de Medina vormt een onderdeel (en leunt tegen) de Karaouine moskee en universiteit aan. Het complex is het spirituele hart van Fez en Marokko. Gesticht in 859 door Tunesische vluchtelingen, waaronder een prinses, biedt de moskee plaats aan 20.000 gelovigen tijdens het gebed. De bijbehorende universiteit wordt beschouwd als de oudste ter wereld. Het is een groot complex, ook al is dit vanuit de steegjes moeilijk te beoordelen. Pas vanaf uitzichtpunten over de Medina zijn de vele door felgroene pannen bedekte gebouwen en minaret duidelijk herkenbaar. Als uitzondering is alleen de Medersa toegankelijk voor niet-moslims. Het is een werkelijk prachtig ingericht gebouw. De mooie binnenplaats wordt geflankeerd door een fraaie Masjid, de gebedsruimte.
Boven rondom de open binnenplaats met zijn fraai gestoken pleisterwerk en gesneden cederhout zijn de verblijfscellen van leerlingen en leraren. Helemaal boven krijg je vanuit betraliede vensters een glimp te zien van de omringende beroemde groene daken.
Tijd om weer eens terug te gaan huiswaarts. En niet geheel doordacht kies ik als uitgang uit de ommuurde stad voor de Bab Guisa. Deze is weliswaar op de plattegrond het meest dichtbij, maar de route ernaartoe gaat verderop in het labyrint van steegjes fors omhoog. Marjos heeft het daar best moeilijk mee.
In dit stuk van de Medina met zijn kronkelige steegjes heeft de tijd stilgestaan. Hier wonen nog steeds zo'n 150.000 inwoners, de Fassi in middeleeuws aandoende behuizingen. We worden onderweg in een nauw steegje ingehaald door een sliert poepende ezels, beladen met cementzakken 😷. Na het nodige gepuf en gehijg bereiken we eindelijk wat meer open daglicht. Uit een moskee in de bocht naar de uitgang stroomt het volk als een vloedgolf de straat op, onderwijl in hun schoeisel stappend. Het laatste straatje voert ons door een pure lokale vogeltjesmarkt (waar kennen we dat van 😄), honderden zangvogeltjes in kooitjes worden hier verhandeld. Dan lopen we door de Bab Guisa eindelijk de rondweg op, waar een ongelooflijk grote begraafplaats ons volledig omringd. We worden ingelopen door een begrafenisstoet. Op de door de menigte op schouders gedragen baar ligt onder een doek de overledene, op weg naar de ingang van de begraafplaats. Een taxi brengt ons naar de Borj Commercial een groot winkelcentrum aan de rand van Fez Nouvelle. Eerst wat gegeten, het lage energieniveau was echt aan een opkikker toe.
Vervolgens wat boodschappen ingeslagen bij de Carrefour en wat koffiecups aangekocht bij de Nespresso vestiging 😄, het voordeel van een wat grotere stad. Terug op de camping zakken we lekker onderuit. En als aan het eind van de middag Kees en Trui terug uit de Medina komen, wisselen we onder het genot van een drankje onze ervaringen uit, leuk!
Later op de avond galmt melodieus het gezang van de muezzin de dag ten einde. Een zucht trekt door de stad. De zonsondergang is ingezet, de dag komt ten einde. Het teken om een dag van vasten te beëindigen en te kunnen eten en drinken.
Zaterdag 25 maart - Fez
Fez Camping Diamant Vert ☀️ 28°C
Het belooft weer een mooie dag te worden, realiseer ik me, als ik sloffend de helling naar de receptie oploop om brood te halen deze ochtend. Die baguette kost hier trouwens 5MAD, een echte woekerprijs. Het smaakt er niet minder om, bedenken we aan het lekkere ontbijt. Deze ochtend staat in het teken van wat inhaalwerk in het reisboekje en website, dat is echt nodig. Aan het begin van de middag nemen we een taxi naar de Mellah. De Joodse wijk ligt in het 14e eeuwse Fez-el-Jdid, het 'nieuwe' Fez. Het grappige is dat alleen in een heel oude stad een gedeelte als nieuw kan worden betiteld, omdat het pas 700 jaar oud is 😄. Eerst bezoeken we de voorzijde van het naastgelegen Dar-el-Makhzan, het Koninklijk paleis, waar we niet verder komen en mogen dan de fotogenieke voordeuren.
Deuren van het Dar-el-Makhzan, het Koninklijk paleis
Dan duiken we de Mellah in. Na eerst wat antiekzaken, waar uitbaters uit verveling voor de deur op een zelfgemaakt dambord een spelletje doen, belanden we in een winkelstraat die als slagader door deze wijk loopt. Via een steegje komen we bij de 17e eeuwse gerestaureerde Ibn Danan Synagoge. Het kleine gebedshuis is prachtig, zeer de moeite waard en volledig intact, inclusief de Thora-rollen. De kleine Joodse gemeenschap (ca. 200 personen) die Fez nog telt maakt nog steeds bij speciale gelegenheden gebruik van de Synagoge. Het gebouw heeft zelfs nog een Mikwa, het rituele reinigingsbad in een ondergrondse ruimte, zeer bijzonder! Via trappen omhoog naar de deels afgeschermde bovenruimte voor vrouwen is het dakterras bereikbaar.
En dat biedt een mooi uitzicht over de naastgelegen grote Joodse begraafplaats, die vandaag helaas gesloten is. Weer terug in de hoofdstraat vervolgen we onze route die langs juwelierswinkeltjes naar de souk leidt.
Joodse begraafplaats
Deze markt heeft een heerlijke originele sfeer, ook al omdat toeristen hier een zeldzaam verschijnsel zijn. Met een taxi terug sluiten we ons geslaagde bezoek aan Fez af. Morgen gaan we verder noordwaarts, wederom een stapje dichter richting Europa.
Zondag 26 maart - Bouderoua
Fez - Bouderoua 147 kilometer ☀️ 27°C
De eerste gedeelte van onze rit verloopt op rolletjes. Goed asfalt brengt ons uit en rond Fez. En de omgeving gaat er steeds leuker uitzien. Het wordt meer bergachtig. Groene velden tekenen zich af tegen de veelkleurige kale rotsen. Bermen en velden zijn bezaaid met bloeiende wilde bloemen, in prachtige oranje, gele, blauw-violette en knalrode tinten. Het scala aan kleurtonen vormt een palet wat een schilderij niet zou misstaan. Bij een uitzichtpunt over een strakblauw stuwmeer passeert een oudere man met een ezel, met wilde bloemen uit de tassen. En wat kraampjes proberen hier voornamelijk rietwaren aan passanten te slijten.
We rijden voort en het landschap wordt wat vlakker. Een vermakelijk fenomeen wat we al vaker zijn tegengekomen zijn ook nu weer wat verkeersborden-tsunami's, die we een paar keer aantreffen. Tot 10 borden vlak achter elkaar geplaatst, met een onderlinge ruimte van nauwelijks 8 meter. Bijvoorbeeld 80 max - let op - koeien - 60 max - schoolkinderen - 40 max - gevaarlijke kruising - let op - drempels - radar controle. Voordat we het weten zijn we deze verkeerspuzzel al gepasseerd 🤔. Zonder overigens schoolkinderen op een koe met een lasergun op de kruising te zijn tegengekomen 😄. Of interpreteer ik de signalen verkeerd?
Vanmorgen kalmpjes aan opgebroken en afgeserviced. Vandaag gaan we een ruime 100 kilometer noordwaarts rijden naar een CP met zwembad. Voordeel het is zondag en heerlijk rustig op de weg. Na de lunchstop is het tijd voor het tweede gedeelte. Qua uitzicht een prachtig traject, maar we zijn minder enthousiast over de kwaliteit van het wegdek. Wat naarmate we verder komen, werkelijk uiterst gedeformeerd met grote gaten en geulen in verregaande staat van ontbinding is. De slopende eigenschappen van de weg nopen ons de snelheid fors naar beneden bij te stellen, tot een heuse slakkengang. Toch ondanks ons afvragend of het ingepakte aardewerk deze martelgang,gang gaat overleven, weigeren we ons goede humeur te verliezen.
Als afleiding en tegenwicht voor gedreun wat het wegdek genereert in de camper, galmt knoerthard allerlei oude tophits van de jaren 60 uit de speakers, kostelijk. Nadat we Kees en Trui al eerder hadden gespot, rijden we de laatste 20 kilometer in een soort pas-a-deux achter elkaar, laverend over het belabberde wegdek. Op de CP staan de campers direkt rondom het grote zwembad, een wat curieus beeld.
CP Hotel Rif N34.772598 W5.54434 100MAD
Het zwemwater zelf voelt aan dat het overlevingskansen biedt 😄, zodat we zowaar ge-vieren erin plonzen. Dat koelt goed af, en het is na enige gewenning zelfs aangenaam. Dan wat luieren en 's avonds in het restaurant met zijn allen een mixed vismenu. Life is good in Morocco.