Deel 6 voorjaar 2023

Maandag 27 februari - Tata

Tata  ☀️ 23°C

In de koele oase met zijn palmtuinen, fruitboompjes en felgroen aangeplante luzerne zien we her en der donkergetinte bedoeïenen-vrouwen in hun fleurige kledij aan het werk, een lust voor het oog. Onze 'bonjour' wordt met een warme glimlach beantwoord. Minder bekoorlijk vindt Marjos het onverharde pad waar we overheen rijden. Met name van de stukken met opgedroogde modderrichels en geulen en gaten en hobbels is ze niet bepaald enthousiast. Ze blijft toch ondanks haar bedenkingen meestal achterop zitten.

Ik vind dat onze muis zich kranig door al deze hindernissen weet heen te laveren. Over de 3,5 kilometer naar Agadir Lehne, een lemen dorp boven Tata doen we dan ook zeker een half uur. We zijn op weg naar een bij dit dorp gelegen waterklok, een eeuwenoud water-meetsysteem om de tuinen in deze oase van water te voorzien. In het gebouwtje met het oude koperen instrument, die met water een tijdspanne van exact 45 minuten meet, is niemand aanwezig, het is gesloten. Gebrek aan water, vertelt een omstander is daar debet aan.

Via het oude lemen dorp, Berbers, aan de dracht van de vrouwen (blauw-zwart) te zien , bereiken we de P1805, drie kilometer boven Tata. We slaan af in noordelijke richting om Tawrirte Woule te bezoeken, een plek met druipsteengrotten. Na 4 km tuffen met de koude bergwind frontaal op de kop, bereiken we het punt waar we via een piste het wonder moeten gaan aanschouwen. 

De hoge rivierbedding ondergaat een forse knik omlaag en daar in het lagergelegen rivierdal zien we inderdaad wat grotten. Onze hooggespannen verwachtingen ondergaan een knauw als we een grotje met iets wat voor druipsteen moet doorgaan in zicht krijgen, pjoeh 😳.
Laten we de kanttekening maken dat deze zeker geen Unesco-certificering gaan krijgen, het is wat karig. Toch overall gezien heeft deze inzinking in het landschap wel charme, het is een mooie plek.

We maken rechtsomkeert en de wind geeft ons een extra duwtje in de rug terug naar Tata. Bij een brug over de rivierbedding van de Oued Tata, fotograferen we wat vrouwen die met de was bezig zijn. In Tata ploffen we op het terrasje waar Marjos gisteren de reparatie heeft afgewacht fan onze scooter. De uiterst vriendelijke eigenaar serveert een heerlijke bak koffie en omelet met brood. De rekening van 20MAD is weer bijzonder, wij blij en eigenaar ook blij.

We tuffen terug naar de camping, we moeten even in de recupereer-stand. Na een kopje thee verlaten we de camping weer. Het doorwaden van het water doet onze muis geen goed, de scooter slaat nu meteen af. Behulpzame jonge mannen aan de waterkant komen kijken maar kunnen het probleem ook niet oplossen. Ze bellen de hulptroepen en na 10 minuten arriveert een grote vriendelijke donkergetinte kerel op een motor. Hij doorziet het probleem meteen. Het elektrisch veiligheidssysteem van de standaard treedt door het vocht in werking. En daardoor slaat de motor af. Een beetje buigen aan de bedrading volstaat, gouden handjes, bij de 1e startpoging komt La Souris tot leven 😅, joepie. De man wimpelt iedere vorm van betaling af, 'c'est rien' glimlacht hij als we hem uitvoerig bedanken. Wat zijn deze mensen toch vriendelijk en behulpzaam, ongekend!

We gaan weer op pad. Schuin tegenover de camping op een heuvel boven de wadi ligt Daoer Infiane, een eeuwenoud lemen dorp en dat intrigeert ons. We vinden onze weg er naartoe en al rondsnuffelend constateren we tot onze verbazing, dat de bouwvallen nog steeds worden bewoond.

Dan voor de laatste keer naar Tata, ook wel de roze stad genoemd. Het is een nederzetting aan de voet van de Bani bergen en aan de rand van de Sahara met een interessante mix aan mensen. Zo zijn daar de Berbers, maar ook veel Bedoeïenen, met name donkergetinte afstammelingen van vroegere slaven. Waar de Berberse vrouwen een strak blauwe rok en zwarte omslagdoek dragen, zijn de Bedoeïenen gekleed in felle getinte kledij. 

In deze regio is de voertaal Amazigh, wat afwijkt van de noordelijke dialecten, daar spreekt men Tamazigt.Vriendelijkheid is hier overal gemeengoed. Toeristen zijn er weinig en beïnvloeden het leven hier niet. Een opmerkelijk fenomeen in de oude binnenstad zijn arcadebogen met traverses voor de panden. Daarin zijn allerlei bedrijfjes gevestigd. De chaos en in onze ogen ongeorganiseerde bende creëren een boeiend straattafereel. 

Impressie van winkels en mensen in Tata

Terug naar de camping rijden we nu stap, stapvoets door het water van de wadi en zowaar La Souris blijft spinnen. Morgen breken we hier op en gaan we verder oostwaarts.

Dinsdag 28 februari - Foum Zguid

Tata - Foum Zguid     140  km    ☀️ 26°C

Onopgemerkt is de gardien zo handig geweest om gisterenavond pal achter ons een Tjechische camper op te stellen. En aldus het pad te blokkeren naar de uitgang. Mijn gerommel buiten lokt de Tjech naar buiten en we spreken af dat hij over een half uur de camper verzet. Na deze hindernis en op een plek met meer ruimte La Souris in de garage te hebben gestald, gaan we op weg. We doorwaden voor de laatste maal de wadi en komen na Tata in de steenwoestijn met een enkele struik en acaciaboom.

Zo vlak bij de stad is het uitermate triest om de enorme vervuiling in het landschap te zien die met name het plastic aanricht. Tot kilometers ver, tot aan de horizon is het materiaal door de altijd aanwezige wind het woestijnlandschap ingeblazen, het heeft veel wel een ongelooflijke plastic-explosie. Het felgekleurde spul is met het blote oog overal herkenbaar aanwezig, temeer omdat het ook nog blijft haken in struiken en bomen. Daar bovenop komt de de ettelijke duizenden vaak kapot gegooide groene bierflesjes, die overal langs de kant van de weg maar ook op plekken verder weg, gifgroen meedoen aan de ontsiering.

Pas nadat we een kleine col oversteken, 10 kilometer verderop, verdwijnt de rommel als bij toverslag. Het eerst vlakke karakter van het steenlandschap krijgt wat meer reliëf en begroeiing wordt alsmaar spaarzamer. Het kale gebergte om ons heen, de Djebel Bani genaamd, ligt aan de voet van de verderop noordwaarts gelegen Anti Atlas. De kale heuvelruggen van de Bani zijn door het zand vanuit de Sahara aan de zuidkant gladgeschuurd. Alle ruwe restanten zijn over de kammen geblazen en aan de noordkant gedeponeerd. De zwartbruine bergruggen met een aldus gecreëerde gladde en een ruwe zijde geven geven een boeiend inzicht hoe erosie in millennia in staat is een landschap vorm te geven. Bergruggen die haaks liggen op de schurende werking van de wind vertonen gladde golvende banen van boven naar beneden, fraai.

Rond 11 uur zien we in het gebied links van ons merkwaardig afgesleten lichtgele afgeplatte zandstenen heuveltjes. Omdat de platte toppen ervan op een lijn liggen, lijkt het erop dat een voorheen kale zandstenen vlakte is uitgesleten door water. Verdiept ervoor loopt namelijk een zeer brede woestgevormde droge steenbedding. Naarmate we verder rijden verdiept deze waterafvoer zich meer en meer en gaat dit litteken in het landschap er nog indrukwekkender uitzien. Er kan geen andere conclusie zijn dat ook hier formidabele natuurkrachten als ultieme vormgevers hun stempel op het landschap hebben gedrukt. En dat overigens nog steeds blijven doen.

En als een paar kilometer voor Tissint de bedding door de diepte steeds verder uit zicht raakt, zien we wat campers op de steenslag geparkeerd staan. Dat doen wij ook en we rijden naar de rand van de kloof. Als we te voet naar de rand lopen ontvouwt zich een fantastisch zicht. In de steenwoestenij om ons heen ligt daar in de diepte een paradijselijke oase met een meanderend riviertje. Tussen de palmbomen door zien we over het water een paar witte vogels (kraanvogels?) vliegen, prachtig. We rijden weer 500 meter verder over de N12 om vervolgens nogmaals over de piste naar de kloof te rijden. 

Nu ligt aan de overzijde het eeuwenoude dorpje Akka Nait Sidi op een uitstekende punt van de rotsen. De ligging heeft meer weg van een schiereiland, temeer omdat een andere kloof haaks op het ravijn voor ons aansluit. Bij een brug in de diepte beneden ons zijn vrouwen in het water kleding aan het wassen. Onder de indruk over zoveel moois lopen we over de ruwe losse steenslag, die veel weg heeft van vulkaansteen, terug naar de camper.

De weg voert ons omlaag naar de grote oase van Tissint. Een babbel met een politieagent leert ons snel dat de twee watervalletjes in de buurt of niet bereikbaar zijn met de camper en sowieso niet de moeite waard zijn. Die bezoekjes strepen we dus af. Dan maar een koffiestop bedenken we. Voor de wederom met arcaden bekleedde bebouwing spotten we een terrasje. Met 'Inshalla' , 'Ca va' en een 'Zjoes nos nos' laten we twee bakken koffie aanrukken 🤗, die smaakt heerlijk.Bij een ander tafeltje zit een oudere bebaarde man in bruine djellaba, die onze begroeting met twinkelende ogen vriendelijk beantwoord. En als Marjos vraagt of zijn markante voorkomen mag worden gefotografeerd, vindt hij dat prima en warempel het is een mooi plaatje! Door Tissint heenrijdend bevalt de authentieke uitstraling ons zeer. Deze gaat op de lijst 'hier komen we ooit terug'.

Als we de oase verlaten ondergaat het uitzicht door de voorruit weer een verandering, iets meer begroeiing. Wat meer acacia's en soms een randje palmbomen in de verte en zowaar enkele poeltjes met water. We passeren een rivierbedding en het weinige water wat hier nog stroomt bevat zout, het zet zich met witte randen af op alle rotsranden direct ernaast.

Het uitzicht blijft weids, maar het alleen-op-de-wereld-gevoel verdwijnt als we in een bocht van de weg voor ons meerdere vrouwen in felgekleurde kledij ontwaren, die met enorme bossen palmafval op hun hoofd rondsjokken. Als we langzaam het fotogenieke tafereel naderen, gebaren de vrouwen dat ze dorst hebben. We stoppen en delen flesjes water uit. Op het 'tricot' 'tricot' gaan we niet in, onze kleding voegt niets toe aan hun manier van kleden en leven.

We draaien de weg weer op en na enige kilometers zien we een kudde dromedarissen. Onverstoord knabbelen ze het groen weg tussen de stekelige takken van de acacia, waardoor Marjos ze kan benaderen om een plaatje te schieten. Om vervolgens met een kreet en een hupje schielijk terug te lopen naar de camper, als twee dromo's met het nodige kabaal onderling wat mot krijgen 😄.

Overigens zien we overal het zand oprukken. Het vormt niet alleen laagjes op de stenen bergruggen, maar ook vindt er duinvorming plaats. Het begin van de echte Sahara.

In de verte, het is zeker nog 10 kilometer zien we Foum Zguid liggen, in een oase tegen de bergen. De kronkelige weg passeert nog een keer een rivierbedding over een oud stukje weg. Naast ons ligt een nieuwer wegdek en een brug die compleet verwoest en weggeslagen is. Nogmaals een bevestiging van het natuurgeweld wat zich in deze contreien kan afspelen. Door de stenen toegangspoort, het kenmerk van alle zuidelijke oase-steden rijden we Foum Zguid in. De eerste indrukken als we de lintvormige bebouwing doorkruisen bevallen goed. Een kilometer buiten het stadje is de afslag naar camping La Palmerei.

Toegangspoort Foum Zguid

Camping La Palmerei N30.08664 W6.88263 85MAD

Bij de receptie is niemand te bekennen. Buiten worden we bij een NL-camper aangesproken door een NL- echtpaar. Peter en Myran zijn een bekend vlogger-stel, Endless on Wheels, die zoals ze vertellen al 500 dagen rondreizen. Enthousiast verhalen zij hun belevenissen en het leven in de camper, leuk. Verderop ontwaar ik Kees en Trui en wij parkeren op de plek naast hun. Na de lunch checken we in en installeren ons in het inmiddels warme zonnetje. De 26°C In de schaduw noopt ons zelfs de luifel uit te rollen. Na nog een uitgebreid gesprek met het vloggende paar, zetten we ons met Kees en Trui aan een wijntje, heerlijk relaxt.

We besluiten gezamenlijk in het dorp te gaan eten en met scooter en fietsen bereiken we een pleintje. Daar in de schaduw van een mooie oude boom trakteren we ons op een goede maaltijd. De salade vooraf, rijst, tomaat, linzen, pasta, kool, slabladeren, olijven en brood wordt gevolgd door heerlijke patat, brochettes en een kefta-tajine. Een begeleidend koud biertje maakt het helemaal af. Gezien de hoeveelheden die we voorgeschoteld kregen valt de schade 370MAD alleszins mee. In het donker gaan we camperwaarts. De flonkerende sterrenhemel boven ons is bijzonder en Kees maakt een prachtige nachtopname. De twee heldere stippen vlak bij elkaar (bijna-conjunctie) van Jupiter en Venus springen eruit. Weer een heerlijke dag.

 

Heldere sterrrenhemel - foto's  Kees

Woensdag 1 maart - Foum Zguid

Foum Zguid         ☀️ 26°C

Tuut, tuuuut. Met wat getoeter kondigt bakker Abdellah zijn komst aan op de camping. Ik voeg me in de rij en haal de twee bestelde baguettes op. Betalen hoeft niet, het brood zit in de overnachtingsprijs inbegrepen 😄. Marjos voelt zich vandaag niet echt lekker en blijft nog wat in bed hangen. Het is overigens vertrekdag op de camping, de camping loopt langzaam leeg. Myran en Peter van Endless on Wheels komen afscheid nemen, zij gaan vandaag naar Mhamid. En ook Kees en Trui vertrekken, die rijden vandaag naar Zagora.

Wij doen het vandaag kalmpjes aan en blijven hier. Het is ineens stil op het terrein. Marjos duikt nog even haar bed in. Wellicht iets verkeerds gegeten denken we.

Pas later in de middag lijkt het wat beter te gaan en gaan we met de scooter op pad. We komen niet echt dichtbij het ruinedorp, een oude Mellah die achter de camping op een heuvel ligt. Dus op weg naar Foum. En we treffen het, er is een souk gaande.

We slaan de nodige groenten en fruit in, dan kunnen we zelf wat klaarmaken. In een klein zaakje koop ik nog wat stenen artefacten, zoals een speerpunt en een bijltje en wat kleine fossielen. Uiteraard voor een zeer vriendelijk prijsje 👌. We keren terug naar de camping. En hebben daar nog een kort gesprek met een jong Nederlands stel dat ruim een jaar op pad gaat in een Landcruiser, een 4WD die volledig voor outdoor kamperen is ingericht, mooie voiture. We gaan vroeg te bed, morgen naar Zagora.

Souk van Foum Zguid

Donderdag 2 maart - Zagora

Foum Zguid - Zagora     125    km    ☀️ 27°C

Stoïcijns kijken de twee agenten toe als ik ons campergevaarte temidden van de chaos van de souk in Foum Zguid aan de kant zet. Blijkbaar worden wij niet beschouwd als een subversief element in het straatbeeld, tussen vrachtwagentjes, grandtaxi's en pick-up's, want ze pakken onze ridicule parkeerstatus niet aan. Ook het volk op straat accepteert onze aanwezigheid en loopt bepakt en bezakt onverstoorbaar om het nieuwe obstakel heen. Marjos glipt uit de camper om wat groente te kopen, ik blijf vanuit mijn hoge zitpositie genieten van alle levendigheid voor mijn neus. We zijn vanmorgen rond half tien weggereden van de camping en zijn via de souk op weg naar Zagora.

En als Marjos terug is en we Foum Zguid verlaten, maken de navi's weer eens ruzie over de te volgen route. Na de keus te hebben bepaald op het routesdvies van de Tomtom, kronkelen we door wat gehuchtjes en oases om een grote open vlakte omringd door bergen te bereiken. Daar, op de stenige doch waarschijnlijk vruchtbare grond pogen boeren via druppel-irrigatie diverse gewassen te telen. Doch veel grond ligt er braak en onverzorgd bij, blijkbaar een gevolg van aanhoudende droogte. De hele rit verloopt door een weinig spectaculaire omgeving dit keer, het is wat saai. Vermeldenswaard is een eigenaardige boom met aparte bladvorming die we onderweg zien. Volgens internet is het sap van blad en tak uiterst giftig.

Calotropis procera 

Wederom is het slijtageproces van de bergen door het woestijnzand goed waarneembaar. Want met name op het laatste gedeelte van onze route stuift het zand over een weg heen. We zien verderop zelfs wat zandhozen ontstaan, die het stof cirkelend de lucht in trekken.

De modern aandoende bebouwing ligt als een smalle streep tegen de bergen voor ons. Eenmaal in de stad is de ingang van camping Les Jardins snel gevonden. Vlak bij de receptie zien we tot onze verrassing de camper van Kees en Trui staan. We waren in de veronderstelling dat ze vandaag onderweg waren naar Merzouga en dat we elkaar niet meer zouden zien. Pas na het inchecken bij eigenaar Mohammed, die ons ook graag zijn excursies wil verkopen ('pas maintenant, nous reflechons' 🤭) zien we Kees en Trui. Ze zijn wat later vandaag en staan op het punt naar Tamagroute te rijden om daar wat rond te neuzen. Na ons korte hello-goodbye-intermezzo gaan ze onderweg.

Camping Les Jardins N30.3288 W5.83278 100MAD

Gezien de brandende zon doen wij het vooralsnog kalm aan en relaxen wat in de schaduw van onze standplaats. De camping staat overigens tjokvol, er is een grote groep van de NKC neergestreken. In de namiddag rijden we op onze muis de poort van de camping uit en stuiten vrijwel direct op de formatie van een bruiloftstoet. Rondom een gammele autoambulance, die is volgestapeld met cadeau's, spullen, drinken en hapjes, verzamelt zich een grote groep mensen in mooie traditionele kledij. Het geheel wordt bijgestaan door muzikanten die al trommelend en op lange koperen trompetten toeterend de feeststemming succesvol verhogen. Met een zwaai nemen we afscheid als de stoet zich langzaam in beweging zet om elders in de stad de bruid te gaan ophalen. 

Cruisend op onze muis doorkruisen we de stad om een indruk van haar te krijgen. Het is een moderne stad met veel nieuwe scholen, woningen en overheidsgebouwen. Wij vermoeden dat veel mensen werkzaam zijn bij de overheid, want velen, ook kinderen dragen westerse kledij, traditionele kledij zien we nauwelijks. Op de brede hoofdstraat wisselen restaurantjes en winkeltjes met kleding of toeristenspul elkaar af, een enkele kruidenier of slager daargelaten. Strategisch gepositioneerd in het stadsbeeld zien we wat wat moskeeën. Al met al missen we de chaotische sfeer van een oude stad, souk of medina met haar gebruikelijke levendigheid. Hier oogt alles een stuk stiller en saaier. Ook als we wat winkeltjes bekijken neemt ons enthousiasme niet toe, veel gebruikelijke prullaria. Na wat inkopen bij de kruidenier gaan we camperwaarts en genieten wat na in het zonnetje. De zelfbereide macaroni met een begeleidend wijntje smaakt vervolgens uitstekend.

Vrijdag 3 maart - Mhamid

Zagora - Mhamid    101     km    ☀️ 28°C

We zijn over 52 dagen in Timboektoe staat er op een stenen schild als we Zagora verlaten 😄. Nou is dat wel de tijdspanne gemeten op de rug van een dromedaris en dat zijn we niet van plan. Bovendien vinden we Mhamid ver genoeg vandaag, 100 kilometer verderop in de Sahara, dus we gaan zeker eerder aankomen. Het zonnetje in de strakblauwe lucht begint al aardig binnen te komen, de voorbode van een prachtige warme dag.   

We rijden over de brug van de bijna droge Oued Draa en doorkruisen vervolgens de oase van Amezrou, een leuk dorp. Het eerste gedeelte van de steenwoestijn tot aan Tamegroute is weinig verheffend. De stad die bekend is om haar groen keramieken producten en de oude Koran-bibliotheek willen we op de terugweg aandoen. Immers bij Mhamid houdt het asfalt op, daar resteert alleen nog woestijn. Het volgende gedeelte van de route is wat fraaier. Hier staat toch nog wel wat groen, ondanks dat alle rivierbeddingen die we doorkruisen droog staan. In de verte zijwaarts zien we de eerste zandduinen verschijnen en in verlaten huizen aan de weg hoopt het zand zich op.

Een bergrug doemt op, waarop de erosie door zand zijn sporen heeft achtergelaten. Harde basaltstukken vormen een soort kroon om de kam. Bovenop de bergrug hebben we een ver ietwat heiig uitzicht over het woestijngebied voor ons.

Na de afdaling treffen we een kudde dromedarissen, met veel pasgeboren kleintjes, die pal langs de weg foerageren. Het groen van de acaciabomen is de favoriete hap, waardoor de kenmerkende parasolvorm van deze bomen ontstaat.

We rijden door wat oude lemen dorpjes heen, waarvan de bouwstijl er volledig opgericht is om het zand te weren.

Het zand gaat meer en meer de boventoon voeren als we Mhamid naderen. Een web van gevlochten rieten schuttingen moet voorkomen dat het wegdek onder het zand verdwijnt. Mhamid is het vertrekpunt van talloze excursies naar de grote zandvlakte kilometers verderop. We rijden de brug van de droogstaande Draa over en checken in bij camping El Khaima. 

Er staan vier andere campers op het kleine eenvoudige terrein en de beheerder geeft ons een mooi plaatsje onder een palmboom. Hij rolt bovendien een groot kleed uit voor onze toegangsdeur op opwaaien zand af te stoppen. 

Droge rivierbedding van de Draa

Camping El Khaima N29.8214 W5.72183 70MAD

Eenmaal geïnstalleerd lopen we het kleine stadje in. Of het nu het regelen van tripjes betreft, of het verzorgen van onderdak, of eten of souvenirs, het overgrote deel van de shops is gericht op toeristen. Die vormen het verdienmodel en de bestaansreden van deze vlek in de Sahara. Hardnekkige verkopers proberen op alle manieren hun waren te slijten en voordat je het weet heb je een tulband op je hoofd 😄. 

Terug in de camper probeer ik de F1tv-app te installeren, maar dat mislukt. Ook niet door inschakeling van VPN waarmee je je locatie verhult. Jammer, ga een aantal GP's mislopen.

Zaterdag 4 maart - Amezrou

Mhamid  - Tamagroute - Amezrou     118  km    ☀️ 28°C

We zijn op de terugweg naar Tamegroute, de keramiekstad. Vanmorgen kwamen we tot de conclusie dat Mhamid ons weinig te bieden heeft. In 2011 hebben we al eens vanuit Merzouga op de rug van een dromedaris rond gezworven en overnacht in de woestijn. En ook een excursie met een 4x4 gedaan. We denken niet dat een dergelijk avontuur hier iets aan die ervaringen gaan toevoegen. Nog eenmaal in Mhamid treffen we Peter & Myran van Endless on Wheels, die vandaag richting Merzouga gaan. En na wat winkeltjes en een kop koffie gaan ook wij onderweg. 

Verrassend zijn altijd weer de andere gezichtshoeken die ontstaan door een route in omgekeerde richting te rijden. In Tamegroute aangekomen, horen wij dat de Koran-bibliotheek vandaag en morgen gesloten is, een tegenvaller. Eerst dan maar een koffie en een omelet en dan bezoeken we een van de plekken waar keramiek gemaakt en gebakken wordt. In primitieve omstandigheden die eeuwenlang onveranderd is gebleven zijn arbeiders bezig met vervaardigen van keramiek en de stook in ovens daarvan. De vingervlugheid en snelheid waarmee het aardewerk met de hand wordt gedraaid is verbazingwekkend. Voorwerpen zijn in een oogwenk gemaakt. Na een droogproces in de zon volgt het aanbrengen van blauwgrijs mangaan glazuur. In de ovens verandert de kleur in het mooie Tamegroute-groen. 

Na onderhandeling schaffen we wat groen aardewerk aan, wat goed ingepakt in de krochten van onze garage verdwijnt. Dan weer on-the-road richting Tazzarine. Die breken we af als we een stukje voorbij Zagora zijn, omdat we ons realiseren dat we dat niet voor donker gaan bereiken. 

Overnachtingsplaatsen tot Tazzarine zijn er niet of schaars, dus keren we terug naar de palmeraie van Amezrou. Daar op de gelijknamige kleine camping vinden we een mooie stek. Wat later onder het tentdak van het campingrestaurantje hebben we onder de maaltijd nog een aangenaam gesprek met Olli en Ulli, een Duits paar en route. Was weer een druk dagje.

Camping Palmeraie N30.314504 W5.829683 100MAD

Zondag 5 maart - Ghallit Ait Isfoul

Amezrou  -  Ghallit Ait Isfoul      248     km    ☀️ 28°C

Vandaag willen we via een mooie route in de buurt van Tinghir komen. Na Zagora rijden we noordwaarts op de N9 de palmrijke vallei van de Draa in. Weldra passeren we eeuwenoude pisee-lemen dorpjes, al dan niet in vervallen staat. Soms zijn versterkt opgezet, als ksar met fraaie lemen torens. Mensen lopen hier in mooie traditionele kledij. De camper werkt als een magneet op kinderen, die hollend op ons afkomen. Een enkele keer als we stilstaan om een plaatje te schieten, zwermen ze in no-time om de camper heen. Met veel gebaren wordt om van alles en nog wat gebedeld, het 'bonbon', 'stylo' en 'dirham' wordt uit volle borst gescandeerd. We gaan er overigens niet op in.  

Straatleven onderweg

Na het gehucht Tansikht slaan we af naar Tazzarine en vlak na de afslag kopen we wat dadels die hier overal aan de kant van de weg worden aangeboden. Op slag bevinden we ons in een ander landschap.

De palmoases hebben plaats gemaakt voor een vlakte tussen bergen en mensen, dorpen en verkeer zijn verdwenen. Over de vlakte ligt een groene gloed, een teken dat het nog niet zo lang geleden heeft geregend. De weg is nog steeds goed te berijden, ook al is de bovenlaag van het asfalt veel ruwer. Na N'kob gaat het richting Tazzarine, waar we na een koffiestop afslaan naar de N12. Er komt wat meer reliëf in het landschap en de iets slechtere weg kronkelt door het landschap.

Oued Daraa  - Daraa rivier

Niet ver voor Alnif passeren we wat gehuchtjes waar fossielen te koop worden geboden. Onweerstaanbaar, natuurlijk kijken we wat rond en schaffen wat leuke interessante exemplaren aan. 

De R113 is een doorsteek naar de N10 die ons vanuit Alnif door een prachtig berglandschap voert. Na een heus klimmetje bereiken we de N10. De daaraan gelegen camping Tizmoutine is een klein terrein achter een gelijknamig restaurant. We vinden een mooie ruime plek tussen de 5 anderen die daar staan. By the way, Max heeft de eerste GP op zijn naam gezet. Iets wat ik helaas via het nieuws moet vernemen.

Bij het vallen van de avond - links de camping Tizmoutine Campsite - 50 MAD  N31.455018 W5.359969